Van Acker stichting
  • Home
  • Over de VAS
  • Achiel & Frank
    • Achiel Van Acker
    • Frank Van Acker: visionair burgemeester voor Brugge (Dirk Michiels)
  • Over de sociale zekerheid
    • Besluitwet 28/12/1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
    • Evolutie sociale wetgeving
    • Solidariteit is geen thema meer
    • 80 jaar besluitwet
  • Van Acker Prijs
    • Mieke Dobbels (2023)
    • Ish Ait Hamou (2020)
    • Marleen Temmerman (2018)
    • Lieve Blancquaert (2016)
    • Daan Stuyven (2014)
    • D. Van Reybrouck (2012)
    • Gebr. Dardenne (2010)
    • Dirk Brossé (2008)
    • Coppens / Poot (2005)
    • Alain Platel (2003)
  • Activiteiten
  • Contacteer Ons
  • Privacyverklaring
  • Home
  • Over de VAS
  • Achiel & Frank
    • Achiel Van Acker
    • Frank Van Acker: visionair burgemeester voor Brugge (Dirk Michiels)
  • Over de sociale zekerheid
    • Besluitwet 28/12/1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
    • Evolutie sociale wetgeving
    • Solidariteit is geen thema meer
    • 80 jaar besluitwet
  • Van Acker Prijs
    • Mieke Dobbels (2023)
    • Ish Ait Hamou (2020)
    • Marleen Temmerman (2018)
    • Lieve Blancquaert (2016)
    • Daan Stuyven (2014)
    • D. Van Reybrouck (2012)
    • Gebr. Dardenne (2010)
    • Dirk Brossé (2008)
    • Coppens / Poot (2005)
    • Alain Platel (2003)
  • Activiteiten
  • Contacteer Ons
  • Privacyverklaring

​Achille Van Acker

​Achille Van Acker (Brugge 1898-1975) is een Belgische staatsman die een voortrekker was binnen de BWP (Belgische Werkliedenpartij), de latere BSP, Belgische Socialistische Partij, nu Vooruit. Zijn nalatenschap omvat een rijke geschiedenis van politieke prestaties, sociale hervormingen die een blijvende impact hadden op de Belgische samenleving. Van Acker heeft gedurende een roerige periode binnen de Europese geschiedenis zijn stempel gedrukt op verschillende facetten van de Belgische politiek. Hij kan beschouwd worden als de vader van de Belgische sociale zekerheid (1944). Hij leidt op daadkrachtige wijze de (snelle) Belgische economische heropleving na de Tweede Wereldoorlog. Hij speelt een belangrijk rol in de koningskwestie: het aftreden van koning Leopold III en het aantreden van koning Boudewijn (1951)
English
Achille Van Acker (Bruges, 1898–1975) was a Belgian statesman and a leading figure in the BWP (Belgian Workers' Party), which later became the BSP, Belgian Socialist Party, now known as PS and Vooruit. His legacy includes a rich history of political achievements and social reforms that left a lasting impact on Belgian society. Van Acker made his mark on various aspects of Belgian politics during a turbulent period in European history. He is considered the father of Belgian social security (1944). He played a decisive role in leading the swift Belgian economic recovery after World War II. He also played an important role in the Royal Question: the abdication of King Leopold III and the accession of King Baudouin (1951).
FranÇais
Achille Van Acker (Bruges, 1898–1975) était un homme d'État belge, figure de proue du POB (Parti Ouvrier Belge), devenu plus tard le PSB, Parti Socialiste Belge, aujourd'hui PS et Vooruit. Son héritage comprend une riche histoire de réalisations politiques et de réformes sociales ayant profondément marqué la société belge. Van Acker a laissé son empreinte sur plusieurs aspects de la politique belge pendant une période agitée de l’histoire européenne. Il est considéré comme le père de la sécurité sociale belge (1944). Il dirige avec détermination le redressement économique rapide de la Belgique après la Seconde Guerre mondiale. Il joue également un rôle important dans la question royale : l’abdication du roi Léopold III et l’accession au trône du roi Baudouin (1951).

​De beginjaren
Achille werd geboren op 8 april 1898 te Brugge, hier om de hoek, in de Klaverstraat, toen één van de armste buurten. Zijn vader was een mandenmaker met 12 kinderen en Achille moest al helpen vanaf zijn zesde jaar. Het was dan ook met avondles en zelfstudie dat hij zich opwerkte tot een socialistische voorman in Brugge en in België. Aan de Eerste Wereldoorlog kon hij niet als soldaat deelnemen omwille van bijziendheid. Hij verbleef dan in Frankrijk, grotendeels als arbeider in een munitiefabriek. Die ervaringen deden hem de stap zetten naar de Belgische Werkliedenpartij.  In 1919 richtte hij de Socialistische Jonge Wacht op. In 1920 werd hij verantwoordelijke uitgever van het socialistisch weekblad Werkerswelzijn. In 1932 stichtte hij het (Brugse) Vlaams Weekblad. Hij was ook bestuurslid in meerdere coöperatieve bewegingen zoals de Eendracht en Werkerswelzijn. In 1921 kwam hij aan het hoofd van de belangrijke Vakbondscentrale van “Bouw, Hout en Gemengde vakken”. In 1922 werd hij secretaris van de Federatie van Vakbonden in het Brugse. ​​
Socialistisch voorman in Brugge en België
In 1926 werd hij voor de BWP verkozen tot gemeenteraadslid van Brugge (een functie die hij met onderbrekingen uitoefende tot in 1970). Op nationaal vlak werd hij in 1927 verkozen tot volksvertegenwoordiger. In die beginperiode diende de jonge parlementair wetsvoorstellen in over de ‘sociale zekerheid’ en de werkloosheid, meteen zijn twee speerpunten. Hij ijverde in het bijzonder voor de vereenvoudiging en centralisatie van de ‘sociale zekerheid’. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, vervoegt hij in 1941 de clandestiene socialistische partij. Hij reisde het land af onder de naam “Mijnheer André” en was betrokken bij de discussies met werkgevers, werknemers en hoge ambtenaren (Henri Fuss en anderen) over wat het Sociaal Pact zou worden in 1944. ​
Eerste Minister in drie regeringen
Met de bevrijding wordt hij officieel de voorzitter van de Belgische socialistische Partij, vervolgens minister van Arbeid en Sociale Voorzorg in de regering van Hubert Pierlot en op 28 december 1944 komt de “besluitwet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders” onder zijn leiding tot stand. België was nog niet volledig bevrijd, het Ardens offensief was nog volop aan de gang. In een toespraak gaf Achille Van Acker de sfeer van die dagen weer: “Ik herinner me nog heel goed dat de leden van mijn kabinet, de administratie en mezelf, een deel van de nacht hadden doorgebracht in onze mantels om ons tegen de koude te beschermen, om ervoor te zorgen dat de Besluitwet nog voor januari 1945 kon worden gepubliceerd”.
​
In 1945-1946 leidde hij drie nationale regering met katholieken, liberalen, socialisten en communisten, met als belangrijkste verwezenlijking de economische heropleving en de prijzenslag. In de tweede regering Van Acker verwierf hij de bijnaam “Achille Charbon”. Zijn daadkracht is groot, “j’agis, puis je réfléchis”, eerst doen dan nadenken… Die pragmatische politiek is succesvol, de inflatie wordt ingedijkt en de industrie herpakt zich snel. In 1947-1949 zet Achille als minister van Verkeer, belangrijke stappen met de oprichting van de NMBS en het plan voor de Brusselse metro. Zijn rol in de heropleving leverde hem een doctorstitel honoris causa op aan de Universiteit van Lille (1948).
Ondertussen was hij van dichtbij betrokken bij de koningskwestie en het aantreden van koning Boudewijn in 1951. Dit was de compromis oplossing aangedragen door de socialisten Van Acker en Spaak. ​
Een vierde maal regeringsleider
Zijn vierde regering als eerste minister van 1954 tot 1958 wordt gekenmerkt door syndicale eisen, het schoolpact van 1958 dat de schoolstrijd beëindigt en de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1958. ​​
Voorzitter van de kamer van volksvertegenwoordigers​
De regionalistische aspiraties van de socialistische vakbond kon hij niet indijken. Als minister van Staat (1958) werd hij voorzitter van de kamer van volksvertegenwoordigers in 1961, wat hij bleef tot 1974, het jaar voor zijn overlijden te Brugge op 10 juli 1975. ​​

Achille Van Acker en de Belgische sociale zekerheid

​De sociale zekerheid zoals we die vandaag kennen is het rechtstreeks gevolg van de Besluitwet van 28 december 1944 getekend door de Regent Karel in vol Ardens offensief en tegengetekend door Achille Van Acker. De Besluitwet van 28 december 1944 is zelf een bijna rechtstreekse overname van het “Ontwerp van Overeenkomst tot Sociale Solidariteit”, het sociaal pact gesloten op 24 april 1944. Dat ontwerp werd tijdens de oorlog clandestien voorbereid door de Belgische top van werkgevers en werknemers-waaronder voor de werknemers Achille Van Acker die er een belangrijke rol inspeelde.

“WIJ ZULLEN SLAGEN, OMDAT WE MOETEN SLAGEN”
Aldus Achiel Van Acker bij het tot stand komen van de sociale zekerheid in 1944/1945, een typisch Van Ackeriaanse no nonsens uitdrukking. 
English
The social security system as we know it today is a direct result of the Decree-Law of December 28, 1944, signed by Regent Charles in the midst of the Ardennes Offensive and countersigned by Achille Van Acker. This Decree-Law was itself almost a direct adoption of the “Draft Agreement on Social Solidarity,” the social pact concluded on April 24, 1944. That draft was secretly prepared during the war by the Belgian top representatives of employers and workers—including Achille Van Acker, who played a key role on behalf of the workers.

“WE WILL SUCCEED, BECAUSE WE MUST SUCCEED”
Thus spoke Achille Van Acker at the creation of the social security system in 1944/1945—a typically no-nonsense Van Ackerian expression.
FranÇais
La sécurité sociale telle que nous la connaissons aujourd’hui est la conséquence directe de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944, signé par le Régent Charles en plein cœur de l’offensive des Ardennes et contresigné par Achille Van Acker. Cet arrêté-loi reprend presque intégralement le “Projet d’accord de solidarité sociale”, le pacte social conclu le 24 avril 1944. Ce projet avait été préparé clandestinement pendant la guerre par les plus hauts représentants belges des employeurs et des travailleurs—parmi lesquels Achille Van Acker, qui y joua un rôle important du côté des travailleurs.

​
“NOUS RÉUSSIRONS, PARCE QUE NOUS DEVONS RÉUSSIR”
Telles furent les paroles d’Achille Van Acker lors de la mise en place de la sécurité sociale en 1944/1945 — une expression typiquement Van Ackerienne, sans détours.
​HET SOCIAAL PACT
​In oktober 1941 nam Henri Fuss, de latere eerste voorzitter van de Nationale Arbeidsraad het initiatief voor het opstarten van een informeel netwerk dat de bedoeling had de contacten tussen de werkgevers- en arbeiderswereld tijdens de bezetting gaaf te houden. Er werd een clandestien " Werkgevers-Arbeiderscomité" opgericht dat later vervoegd werd door Achille van Acker en Louis Major.  Het Comité behandelde alle maatschappelijke problemen die de aanwezige partijen interesseerde: de sociale zekerheid, maar vooral de lonen, de arbeidsduur, de principes en methodes van de paritaire samenwerking, enz. 
Op 24 april 1944 sloten de Belgische werkgevers en de werknemers het zogenaamde Sociaal Pact dat op vandaag nog steeds de basis vormt van onze politiek over lonen, arbeidsreglementering en sociaal overleg en uiteraard van onze sociale zekerheid. 
Sociale zekerheid
​Van zodra Achille van Acker minister wordt van arbeid en sociale voorzorg doet hij er alles aan om de erin verwerkte principes van de sociale zekerheid zo snel mogelijk te verankeren. De kenmerken van de “Besluitwet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders” van 28 december 1944 zijn nog steeds karakteristiek voor de Belgische sociale zekerheid. Die onderscheidt zich vooral van buitenlandse modellen door het paritair beheer: de belanghebbenden, vooral de werkgevers-en werknemersorganisaties zijn belast met het beheer van onze sociale zekerheid. 
Voor iedereen
​Die sociale zekerheid is eerst beperkt tot de werknemers en de werkgevers, maar de sociale zekerheid is wel degelijk voor heel de bevolking bedoeld. Volgens de idee van de auteurs betekent de oprichting van een compleet stelsel voor werknemers “de eerste stap naar sociale zekerheid voor alle burgers”. De harde kern (zoals het verplicht pensioenstelsel) werd echter slechts in 1956 tot de zelfstandigen uitgebreid, met Achille Van Acker als premier… 
We kunnen zelfs in het programma van de clandestiene socialistische vakbondsbeweging (met Achille Van Acker als belangrijke tenor) over haar sociale zekerheidsplan al het volgende lezen: “Het programma stelt dat alle burgers verzekerd moeten zijn tegen de risico’s van het bestaan en dat ze solidair moeten bijdragen om deze sociale zekerheid te verwezenlijken. Dat is een plicht die iedereen heeft ten overstaan van alle burgers. Uiteraard denken wij, als vakbondsbeweging, in de eerste plaats aan de hoofd- en handarbeiders, maar we zijn ervan overtuigd dat ons plan over sociale zekerheid slechts in zijn geheel kan slagen als de volledige bevolking erachter staat.”
Afbeelding
Sociale voorzieningen
De sociale zekerheid die Achille Van Acker bedoeld is ook veel ruimer dan het begrip dat we vandaag kennen. Inderdaad zegt Achille Van Acker in 1946: “Op sociaal vlak zal de regering de sociale zekerheid afwerken en ze geleidelijk uitbreiden tot alle Belgen. Ze zal een gezinsbeleid voeren met onder andere de bouw van 25.000 moderne huizen, op basis van een globaal plan waardoor de kosten van de huizen aanzienlijk zullen kunnen dalen en bijgevolg ook de huurbedragen. Ze zal een wetsontwerp over de stadsontwikkeling in het land indienen. Ze zal een kredietbeleid voeren voor een vlottere toegang tot de kleine eigendom. Ze zal de huishoudelijke herinrichting uitbreiden tot de landbouwers. Ze zal voorstellen de wet over de ouderdomspensioenen onmiddellijk te herzien onder andere wat betreft het maximumbedrag van de inkomens, de vrijstelling voor onvolledige stortingen, het  onderhoudsgeld. Ze zal de administratieve hindernissen wegwerken, die de erkenning van het recht op het pensioen en de uitbetaling van het bedrag ervan aanzienlijk vertragen”.

​
“Freedom of want”
De sociale zekerheid in die optiek begrepen zorgt voor de bevrijding van het individu van de behoefte (“freedom of want” zoals Franklin Delano Roosevelt het noemt in 1941), ze houdt ook een economische verstandhouding in die voor de inwoners van alle landen welzijn en vrede mogelijk maakt. Achille Van Acker deed zijn intrede in de Kamer in 1927 en was met andere woorden parlementslid toen de internationale crisis van 1929 uitbrak. Zoals Roosevelt heeft hij veel aandacht voor de productie, distributie en consumptie, maar één principe vormde daarbij voor hem de rode draad: “Het economische beleid is geen doel op zich, dat wil zeggen op economisch vlak, maar wel veel eerder op sociaal vlak. Het is uiteraard de bedoeling om de levensstandaard van alle burgers en in het bijzonder van de werkende massa te verbeteren”. In naam van dit principe en om dringende tactische redenen deinsde hij er niet voor terug om in de feiten einde 1944, de sociale doelen te laten voorgaan op de economische wederopbouw als het erop aankwam om de sociale zekerheid in te voeren.
Afbeelding
Kernideeën sociale zekerheid 1944
1)    de dekking van alle sociale verzekeringen door een unieke en verplichte bijdrage van werkgevers en werknemers, uitgedrukt in een percentage van het loon. Achille Van Acker wijdde hieraan een aantal voordrachten, in het Feestpaleis in Gent, in Halle, in het Volkshuis in Brussel, ... Vervolgens zette hij de idee ook uiteen voor de Kamer, voor het eerst in 1936. 
2)    één enkele administratieve en financiële as, het “centrale zenuwstelsel”, waarmee tegelijkertijd aan de belangen van de werknemers en aan de wens van de middenstand kon worden tegemoetgekomen: de RSZ die de bijdragen bundelt en verdeelt… De idee van de oprichting van de RSZ moet volledig worden toegeschreven aan Achille Van Acker, die dit idee al voor de oorlog met vuur verdedigde …Een eenvoudig stelsel dus, dat kan vandaag ironisch lijken, maar men moet weten dat voor de oorlog de voornamelijk vrije sociale verzekering een dubbele splitsing kende: per activiteitssector (metaal, bouw, …) en per regime van sociale verzekering (werkloosheid, pensioenen, over verschillende verzekeringskassen…)
3)    het paritair beheer, geen staatsbeheer maar een dagelijkse werking onder supervisie van de sociale partners en andere belanghebbende groepen, zoals de mutualiteiten, de artsensyndicaten…
Frank van Acker: een sociale zekerheid voor iedereen
Zijn zoon Frank Van Acker zou meer dan dertig jaar later proberen om het werk van Achille voort te zetten door een betere herverdeling van de inkomens door de individuele bijdragen van werkgevers en werknemers op de werkelijke lonen of inkomens zonder grenzen te heffen, de welvaartvastheid van de uitkeringen en inkomsten te verzekeren en de aanvullende uitkeringen voor hogere inkomens te schrappen. Tegelijk wenste hij elk onderscheid naar beroepsklasse (ambtenaar, werknemers, zelfstandige) op te heffen, ongeacht het risico en gelijke uitkeringen. Dit alles vanuit een eenheidsstelsel (RSZ), een sociale planning en betaling van de uitkeringen door de sociale zekerheidsinstellingen. Veel van deze doelstellingen zijn ondertussen gerealiseerd. Frank van Acker had daaraan ook een fiscale hervorming gekoppeld met belastingen op lonen/inkomens maar ook op vervangingsinkomens vanaf een bepaalde hoogte, met de afschaffing van het cumuleren van inkomens en met een herziene wijze van vaststelling van de bedrijfslasten.
​
Een volledige hertekening van het sociale en economische draagvlak
Beide Van Ackers wilden meer dan de invoering van een sociale zekerheid voor werknemers en werkgevers, hun uiteindelijk doel hield niet meer of niet minder in dan een volledige hertekening van het sociale en economische draagvlak. Daarbij beoogde Frank Van Acker onder meer de vermindering van de lasten op de lonen, veel actueler kunnen deze doelstellingen niet zijn.
​Deze tekst werd geschreven door Christian Deneve.
75 jaar geleden: de geboorte van onze sociale zekerheid op VRT.be
Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.